Crisis (be) strijders
Domme vragen stellen kon niet. Je hielp elkaar gewoon.
Medisch adviseur over haar werk in coronatijdEigenlijk voldeed Jannetta niet echt aan het functieprofiel: ‘Ik kom niet uit de infectieziektebestrijding. Ik heb jaren als kinderarts gewerkt en daarna allerlei projecten begeleid in de ontwikkelingssamenwerking, onder andere in Ethiopië. Wat we daar deden was heel basaal, gericht op ziektepreventie. We zorgden bijvoorbeeld voor meer hygiëne en schoon drinkwater en voedselzekerheid.
Ik had ook nog geen ervaring als ‘medisch adviseur’, maar veel taken in de ontwikkelingssamenwerking en bij de landelijke coronabestrijdingsorganisatie bleken ongeveer op hetzelfde neer te komen. In mijn werk draait het erom dat je – soms heel ingewikkelde – medisch inhoudelijke informatie vertaalt en zo eenvoudig mogelijk maakt. Zodat mensen die geen medische achtergrond of zelfs helemaal geen scholing hebben, begrijpen hoe het zit. Een heel interessante rol.’
Alles over corona lezen
Jannetta bracht dus veel ervaring mee, maar toch was de stap naar GGD GHOR een soort sprong in het diepe: ‘Ik kan me nog goed herinneren hoe ik ben ingewerkt: ik kreeg een mail met heel veel links en documenten. Er stond zoiets bij als: ‘Je moet vanaf nu alles over corona lezen en bijhouden.’ Het fijne was dat bijna het hele team in een totaal nieuwe situatie zat. Domme vragen stellen kon niet. Je hielp elkaar gewoon. Gelukkig had ik veel aan mijn medische achtergrond, ik doorzag meestal snel de inhoud. Stress had ik er niet van, maar ik was heel wat avonden tot laat bezig. En het vroeg absoluut heel veel. Ik ben getrouwd en heb drie bijna volwassen kinderen. De jongste zat tijdens corona in haar examenjaar, ze heeft dus geen centraal examen gedaan. Achteraf heeft ze gezegd dat ik in dat jaar te veel afwezig ben geweest. En daar heeft ze gelijk in. Ik was bijna altijd thuis, maar ik zat continu online, het was extreem druk. Dat was voor haar op dat moment niet leuk.’
Scherp meedenken en de juiste vragen stellen
Het vertalen van het medische beleid naar duidelijke communicatie met het publiek was in coronatijd een hele uitdaging. Voor burgers was het vaak lastig om te begrijpen wat er gebeurde. En er veranderde steeds van alles. Jannetta knikt en brengt meteen een nuance aan: ‘Als medisch adviseur is je invloed beperkt. In coronatijd werd de lijn van het beleid bepaald door het RIVM en VWS. Het was ónze rol om pleitbezorger te zijn van de burger, bijvoorbeeld door in landelijke overleggen scherp mee te denken over de praktische gevolgen van een maatregel voor mensen. En door steeds weer de juiste vragen te stellen. Maar het beleid wijzigde continu en vaak kwamen er vanuit de praktijk ook weer situaties naar boven waar je op beleidsniveau over na moest denken.’
Sommige maatregelen riepen enorm veel vragen op. ‘Neem bijvoorbeeld het coronabeleid rond kinderen. Voor heel kleine kinderen tot 4 jaar waren er andere regels dan voor oudere kinderen. Dat was al ingewikkeld. En als een kind in de groep corona kreeg, moest óf de hele klas óf een deel van de klas naar huis. Ook daar kwamen terecht veel vragen over. Onderwijzers zeiden: ‘Ik ben hier niet om rechter te spelen over wie wel of niet naar huis moet.’ Daarnaast was het de vraag wat de rol was van de GGD’en en wat die van de scholen: moesten zij wel of niet controleren? Over dit soort zaken hebben we veel overleg gehad met het RIVM en VWS, en – als het over de scholen ging – met het ministerie van OCW. Het was continu afstemmen.’
'Bij een pandemie als deze heb je in het begin altijd chaos, dat is haast niet te voorkomen'
Altijd een medische check
Corona was groots. Er was nog nooit op zo’n grote schaal getest en gevaccineerd. Er kwam dus veel op de medisch adviseurs af. Jannetta: ‘Ik heb duizenden mails verwerkt in die tijd. Wij werden overigens niet bij alles betrokken. Dat hoefde ook niet, maar er was wel altijd een medische check: klopt het nog met de uitgangspunten? Als medisch adviseur zit je in feite aan het begin van alle processen. Eerst moet er duidelijkheid zijn over het medische beleid. Pas daarna kun je aan de slag met de logistiek, wat er op de websites moet staan en welke gegevens je wilt opslaan en bewaren. Het lastige van de coronatijd was alleen dat alles snel moest. Dat betekende dat iedereen na een besluit meestal heel hard moest lopen. Het risico was vervolgens dat er – medisch gezien – nog wel eens ergens een verkeerde afslag werd genomen. Dan liep je als medisch adviseur ineens achter de feiten aan. Op zich was dat begrijpelijk, soms lijkt iets helemaal niet meer medisch te zijn, maar dan is het dat nog wel.’
Durf hebben om de kaders wat op te rekken
Het is misschien nog te vroeg om in te kunnen schatten welke blijvende gevolgen de coronacrisis zal hebben op de zorg. Of zijn er al lessen te trekken? Jannetta, stellig: ‘In de media is altijd veel aandacht voor curatieve zorg, zoals nieuwe behandelingen voor ernstige ziektes. Dat spreekt bij iedereen tot de verbeelding. Maar in coronatijd hebben we gezien dat een heleboel mensen in Nederland – om allerlei redenen – moeilijk toegang hebben tot de zorg. De verschillen tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden zijn bijvoorbeeld groot. Ik hoop persoonlijk dat daar veel meer aandacht voor komt. En dat er méér wordt ingezet op publieke gezondheidszorg en preventie.
Bij een pandemie als deze heb je in het begin chaos, dat is haast niet te voorkomen. Maar ik denk dat dat we beter voorbereid kunnen zijn op een volgende crisis, als we weten hoe we bepaalde groepen beter kunnen bereiken. Daarnaast hoop ik dat de afgelopen jaren ons hebben geleerd dat we binnen de gezondheidszorg best wat minder in kaders kunnen denken. Wat ik zelf – als medisch adviseur – bij Team Testen heb gedaan, hoorde ik eigenlijk niet te doen. Ik kwam van buiten en viel buiten het profiel. En dat gold voor velen in ons team. Ik denk dat we daarvan kunnen leren dat het goed is om sommige kaders op te rekken. We kunnen dan van méér mensen de expertise benutten. Ik denk dat de coronacrisis heeft bewezen dat je daar niet zwakker van wordt. Integendeel zelfs. Je moet alleen wel enige durf hebben.’
Iedereen was erbij
‘Wat me echt het meest zal bijblijven is dat je maar met zo weinig mensen bij elkaar mocht komen. Als ik daaraan terugdenk! Ik werkte driekwart jaar heel intensief met allerlei collega’s samen en we hadden elkaar nog nooit gezien. Eind 2021 hebben we voor het eerst een live meeting gehad met het team, ik geloof dat we ook nog eerst een zelftest moesten doen. Ik realiseerde me ineens dat je op een computerscherm maar een heel klein stukje van iemand ziet. Je vult zelf van alles in. Zo van ‘die is sportief en die sport wat minder’. En als je dan je collega’s in het echt ziet, verandert dat beeld bij sommigen compleet. Dat was zo’n aparte ervaring. Trouwens, ik moet ook nog aan een heel ander moment denken: in november 2021 kwam uit Zuid-Afrika het bericht dat de omikronvariant veel besmettelijker was dan eerdere varianten. De ziekteverschijnselen leken mee te vallen, maar niemand kon nog iets zinnigs zeggen over wat het voor Nederland zou betekenen. Er ontstond enige paniek. Wij kregen op een vrijdag aan het begin van de avond een berichtje van Marc, onze teamleider: ‘Er is nu echt iets bijzonders aan de hand.’ Hij nodigde ons uit voor een teamvergadering. Even later zaten we op vrijdagavond om 10 uur met zijn allen in een overleg. Iedereen had het bericht gelezen. Iedereen was erbij.’