De coronapandemie was een crisis van ongekende omvang. De GGD’en kregen al snel een grote rol toebedeeld in het bestrijden ervan. En de landelijke koepelorganisatie GGD GHOR Nederland werd van belangenbehartiger ineens crisismanager. Maar hoe doe je dat eigenlijk: vanuit het niets een crisisorganisatie starten?
Toen de eerste coronapatiënten zich aandienden, werd al snel duidelijk dat de GGD’en elkaar én hun vereniging hard nodig hadden bij het bestrijden van deze pandemie. ‘Help’, klonk het daarom in de richting van GGD GHOR Nederland. Daar lagen geen draaiboeken klaar voor het opzetten van een crisisorganisatie. En ook geen spoorboekje hoe de koepelorganisatie de GGD’en zou kunnen ondersteunen tijdens een pandemie met deze impact.
Crisismanager
Maar er was iemand aan boord die haar portie crises wel had gehad. ‘Dat was ik’, zegt Cisca Stom, verenigingssecretaris van GGD GHOR Nederland. ‘Ik heb ruime ervaring als crisismanager, onder meer bij de vuurwerkramp in Enschede en later in mijn werk bij het RIVM. Dus ik stelde mijn directeur voor: ‘Laat mij een crisisorganisatie inrichten, zodat we contact kunnen houden met onze GGD’en en kunnen kijken wat we voor ze kunnen betekenen. We rollen het uit en zien wel hoe het loopt.’ We hadden geen idee hoe lang het ging duren, of hoe we precies konden helpen, maar we moesten er zijn voor de GGD’en. Klaar.’
‘Kom maar, we hebben jullie nodig!’
Volgens die hands-on-aanpak ging het coronacrisisteam van start. Een rudimentaire organisatie, bestaande uit een crisismanager en een aantal procesleiders. Cisca: ‘Het waren deels interne collega’s die hun werk uit hun handen lieten vallen en kwamen helpen. En het waren externen, contacten uit mijn eigen netwerk. Deze mensen begonnen zonder contract, kregen eerst zelfs geen salaris. Er was helemaal niets geregeld. Maar we zeiden: ‘Kom maar, we hebben jullie nodig!’ En ze kwamen gelukkig.’