22 groepen, 22 smaken
Een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad in Nederland: dat was het doel tijdens de coronacrisis. ‘Daarbij was het belangrijk om niet alleen aan de grote massa te denken’, vertelt Niek. ‘Want er waren ook groepen mensen die niet zomaar uit eigen beweging naar een vaccinatielocatie kwamen. Bijvoorbeeld arbeidsmigranten, mensen met onderliggende ziekten, daklozen, asielzoekers of laaggeletterden. Dit waren allemaal mensen die een barrière ervaarden om naar een vaccinatielocatie te komen. Soms hadden zij de financiële middelen niet om te komen. En soms waren mensen angstig omdat ze de Nederlandse taal niet spraken. Dit hebben we allemaal in kaart gebracht. En voor alle 22 groepen hebben we vervolgens een specifieke aanpak bedacht om tóch meer vaccinaties mogelijk te maken.’
Hulp nodig van mensen met sleutelrol
Voordat Niek bij het landelijke Team Vaccineren kwam, werkte hij in Groningen mee aan het vaccineren van moeilijk bereikbare doelgroepen. ‘Tijdens de hoogtijdagen van het coronavirus hebben we een speciale vaccinatielocatie opgebouwd in Ter Apel’, vertelt hij, ‘zodat de mensen daar ook gevaccineerd konden worden. We schakelden daar altijd de hulp in van mensen met een ‘sleutelrol’, zoals we dat noemden. Denk aan medewerkers van het COA, huisartsen, of bewoners van het AZC die voor ons konden tolken. Als zij enthousiast waren om ons te helpen, had dat direct impact op de vaccinatiebereidheid. Een belangrijke les die we de gehele crisis in ons achterhoofd hebben gehouden.’
Onwerkelijke situatie
Sanneke werkte tot de zomer van 2021 bij GGD-West Brabant. ‘Pas daarna, toen ik al bij de landelijke organisatie werkte, hadden we tijd om eens dieper na te denken: wie bereiken we op dit moment niét? Hoe goed zijn de vaccinatielocaties bereikbaar? Waar plaatsen we het beste nieuwe locaties? De eerste maanden hadden we daar te weinig tijd en aandacht voor. Het was ook zo’n onwerkelijke situatie, die periode dat we begonnen met vaccineren. De vele uren die we werkten, de tijdsdruk, het hele land dat over onze schouders meekeek. Toen ik bij het landelijke team kwam werken, was er ietsjes meer rust. We konden de lokale GGD’en gaan adviseren en hen richtlijnen geven voor een succesvolle doelgroepgerichte aanpak.’