Arjo Mans was één van de eerste leden van het team bron- en contactonderzoek (BCO). Hij ging aan de slag met alles wat er op dat moment nodig was, maar vond al snel het geluk in zijn specialisme: data. ‘Heerlijk om te puzzelen.’
‘Het was half mei 2020’, begint Arjo zijn terugblik. ‘We zaten allemaal in lockdown. Een collega van mij werkte voor GGD Hollands Midden. Via Sjaak de Gouw, de DPG daar, kwam de vraag. Een landelijk BCO-team oprichten: ken je daar mensen voor?’
Op een donderdagavond draaide Arjo samen met zijn collega’s Bart-Jan van Hasselt en Charlotte Rekko een presentatie in elkaar. Over hoe een landelijke pool van BCO-medewerkers op te zetten. De presentatie werd op vrijdagochtend gegeven. Er volgde een gesprek. ‘En op maandagochtend is Team BCO gestart. Ja, dat ging heel snel.’
Grip op de capaciteit
Zoals geldt voor alle processen in die beginperiode, was er weinig om mee te werken. Hoe krijgen we grip op capaciteit? Dat was de vraag waar het team zich in vastbeet. Een vraag die ook daarna voortdurend actueel bleef. Er was één gegeven. Arjo: ‘Op 1 juni zouden we grootschalig gaan testen in Nederland. We hadden geen idee hoeveel mensen er naar die teststraat zouden komen. Hoeveel mensen dan positief zouden testen. En hoeveel bron- en contactonderzoek er gedaan moest worden.’
25 GGD’en aan de lijn
Een andere onzekerheid was de beschikbare BCO-capaciteit bij de GGD’en. ‘We zeiden: ‘Laten we maar gaan bellen.’ Mijn collega Fonzie van der Mierden en ik probeerden alle 25 GGD’en aan de lijn te krijgen. Hoeveel BCO kunnen jullie doen? Zo is eigenlijk het relatiemanagement gestart.’
Arjo schoof ondertussen steeds meer door naar de datakant. ‘Voordat we dashboards hadden maakte ik drie keer per dag een export uit het systeem. Daar rolde uit hoeveel testen er waren afgenomen en hoeveel er daarvan positief waren. Dat rapporteerde ik aan de directie. Dan wisten we of het goed ging of dat we in de problemen zouden komen.’